Bizarristan

22 september 2018 - Tbilisi, Georgië

Turkmenistan heeft zijn predikaat van het vreemdste land op Aarde te danken aan Saparmurat Niyazov. Niyazov leidde het land van de onafhankelijkheid van 1991 (het hoorde daarvoor bij de Sovjet-Unie) tot zijn dood in 2006 en hij liet zich Turkmenbashi noemen - “leider der Turkmenen”. Het geld dat Turkmenistan verdiende met de export van gas en olie werd door Turkmenbashi aangewend om de hoofdstad Ashgabat vol te bouwen met enorme witmarmeren overheidsgebouwen en appartementscomplexen en vele wit met gouden monumenten, het liefst met een gouden beeltenis van zichzelf. Ook bedacht hij absurde wetten. Honden waren verboden (vieze beesten), net zoals baarden (onhygienisch) en ook ballet mocht niet (niet Turkmeens). Hij gaf de maanden en dagen nieuwe namen. Zo noemde hij januari naar zichzelf en april naar zijn moeder. Je moet er maar opkomen.

Turkmenbashi schreef een boek, de Rukhnama dat iedereen gedwongen moest bestuderen. Het ging over zichzelf en over de geschiedenis van Turkmenistan, met een beetje filosofie. Het voordeel was dat Turkmenbashi met Allah had gepraat en had bedongen dat iedereen die de Rukhnama drie keer las gegarandeerd in de hemel zou komen. Toen gelovigen de kerkelijk leider van de Turkmeense moslims vroegen of dat wel kon, praten met Allah, vertelde de imam zijn volgelingen dat hij Turkmenbashi niet geloofde. Als dank mocht hij 25 jaar naar de gevangenis.

Inmiddels wordt Turkmenistan geleid door de opvolger van Turkmenbashi. Deze man is iets bescheidener dan zijn voorganger en een deel van de vreemde wetten is teruggedraaid. April is weer april en Ap, die zich deze reis niet heeft geschoren, mocht gewoon het land in. Honden hebben we niet gezien, dus wellicht zijn die nog steeds verboden.

Buiten de hoofdstad Ashgabat heb je nog niet zo door dat je in Bizarristan bent. Natuurlijk, het is een dictatuur waar niet over politiek wordt gepraat, maar dat is deze hele reis al zo – met uitzondering van Kirgizië. Toen we met gids en chauffeur vanuit de woestijn Ashgabat naderden reden we ineens een enorme parkeerplaats met vrachtwagens op. Vrachtwagens zijn niet toegestaan in Ashgabat. Ze zijn vies en maken de wegen stuk. We reden door de plaatselijke Anac voor een goede wasbeurt, want vieze auto’s mogen ook niet in Ashgabat. Je krijgt een flinke boete als je auto niet schoon is. 

Onze eerste wandeling door Ashgabat drukte ons met onze neuzen op de vreemde feiten. We liepen over brede trottoirs langs nog bredere straten. Overal keurige gemanicuurde boompjes, perkjes, bloembakken en gigantische witte gebouwen, meestal afgewerkt met goud. Er waren geen mensen, behalve soldaten, politieagenten, en heel veel hoveniers die met al het groen bezig waren. We liepen door een prachtig park dat omgeven werd door overheidsgebouwen. Toen Madelijn te lang stil stond om even op Ap te wachten die stiekem een foto nam (foto’s van overheidsgebouwen zijn streng verboden) kreeg ze een vermaning. Doorlopen! Toen ze te dicht bij een heg liep omdat ze de schaduw opzocht mocht dat ook niet. Men moet je goed in de gaten kunnen houden, dus in de schaduw lopen is uit den boze. Toen we samen in de buurt kwamen van een plein waar een parade werd geoefend werden we weggestuurd.

De tweede dag kregen we met de auto (een witte natuurlijk, bijna alle auto’s zijn wit) een stadstour. En weer zagen we enorme witte gebouwen, heel veel goud, bizarre monumenten, en veel beelden van Turkmenbashi. Een van de gouden beelden van Turkmenbashi was twaalf meter hoog. Oorspronkelijk draaide het beeld zodat zijne excellentie altijd naar de zon stond gedraaid, maar dat vond de nieuwe president overdreven. Nu staat Turkmenbashi stil. 

We bezochten de grootste moskee van Centraal-Azië waar 20.000 man in kunnen. Hij heeft een gigantische gouden koepel waar behalve koranteksten ook stukken uit de Rukhnama op staan waardoor de Turkmeense moslims het niet beschouwen als een echte moskee. Een moskee behoort alleen religieuze teksten te bevatten en die moeten bovendien in het Arabisch zijn. Er was dan ook helemaal niemand aanwezig in de immense marmeren gebedszaal. 

Gedurende de dag zagen we nauwelijks Turkmenen op de talloze soldaten, politieagenten, hoveniers en schoonmakers na. Sterker nog, we trokken de conclusie dat iedere Turkmeense man bij het leger of de politie werkt en iedere Turkmeense vrouw tuinvrouw of straatveger is. Men moet heel veel geld binnenhalen met de export van gas en olie, anders lijkt het geen haalbaar businessmodel.

Hoewel de stadstour heel interessant was – je staat een groot deel van de dag met een mengeling van verbazing, huivering en de slappe lach te kijken naar extreem pompeuze en protserige gebouwen - waren we toch wel blij dat we de volgende dag weer iets normaals gingen doen. We gingen zwemmen in een ondergrondse hotspring. Aangezien Ap zijn zwembroek per ongeluk in Tadjikistan had achtergelaten moesten we eerst naar de bazaar om een nieuwe te kopen. En dat deden we. Het werd natuurlijk een witte. 

Madelijn en Ap

Foto’s

3 Reacties

  1. Jan strick:
    23 september 2018
    Never a dull moment... Geniet er nog even van!!
  2. Cor:
    23 september 2018
    Graag ook foto van Ap in witte zwembroek....
  3. Renske:
    29 september 2018
    Wat compleet surrealistisch!